Suikerziekte – diabetes mellitus
26 september 2022 / door Bram Querido
Typen diabetes
Diabetes type 1
Bij dit type produceert de alvleesklier geen insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel regelt. Mensen met type 1 diabetes moeten insuline toedienen via injecties of een insulinepomp.
Diabetes type 2
Dit is de meest voorkomende vorm van diabetes.Type 2 diabetes begint met insulineresistentie, dat wil zeggen de cellen reageren niet meer goed op insuline, wat ook kan leiden tot een tekort aan insuline. De meest voorkomende oorzaak is een ongezonde leefstijl, overgewicht en gebrek aan beweging.
Duiken en diabetes
Lange tijd werd duiken met diabetes afgeraden omdat onderwater een toestand van hyper- of hypoglycemie (te hoog of te laag bloedsuiker) kan leiden tot bewustzijnsverlies en in sommige gevallen zelf tot de dood. Lichamelijke inspanning in het algemeen, dus ook duiken, zorgt verbranding van bloedsuiker, dus met als gevolg een verlaging het bloedsuiker. Andere risico’s van duiken met diabetes zijn o.a. schade aan hart- en bloedvaten en netvliesbloedingen wanneer diabetische netvliesafwijkingen.
Medische voorwaarden
– leeftijd > 18 jaar
– stabiel ingestelde behandeling
– geen ernstige ontregelingen van de bloedsuiker in afgelopen jaar
– goed aanvoelen van dreigende hypo’s
– HbA1c goed geregeld en in ieder geval niet >75 mmol/mol
– geen diabetische complicaties
– geen vaatlijden of doorgemaakt hartinfarct
– jaarlijkse keuring door medical examiner of divers met kennis van diabetes.
Duik met diabetes
– niet dieper dan 30 meter, maximaal 1 uur (in het begin max 30 minuten)
– geen verplichte decompressiestops
– maximaal 2 duiken per dag
– geen duiken waarbij sprake is van fysieke plafonds (wrak- en grotduiken)
– geen lange, inspannende en/of koudwater duiken
– bij voorkeur duiken met nitrox
– geen duiken op geïsoleerde locaties waarbij hulp inroepen niet mogelijk
– minimum oppervlakte-interval van 2 uur
– duikleider aan de oppervlakte is op de hoogte en kan adequaat handelen in geval van een hypo
– buddy mag geen diabetes hebben, is op de hoogte en kan adequaat handelen in geval van een hypo
– geforceerd klaren met Valsalva vermijden vanwege het mogelijk veroorzaken van netvliesbloedingen
– goed drinken (circa 1,5 liter) voor en na de duik.
Insulinepomp
Hoewel met de insulinepomp de behandeling van de DM beter lijkt, is juist voor duiken een scherpe instelling niet zo gunstig. Je wilt namelijk te allen tijde een hypo onder water voorkomen. En met de insulinepomp en frequent monitoren van de de bloedglucosewaarden krijg je juist een scherpe instelling. Dat blijft een dilemma. Het is zeker verstandig om vloeibare koolhydraten onder water mee te nemen, zodat je die kan nemen als je een hypo voelt aankomen. De pomp moet worden afgekoppeld tijdens de duik.
Bloedsuiker
Op de duikdag zelf bloedsuikers frequent controleren, waardoor de trend van de bloedsuikers duidelijk wordt. Bij een stabiele bloedsuiker of stijgende bloedsuiker kan veilig gedoken worden, mits de startwaarde hoger dan 8.0 ligt. Bij een bloedsuiker hoger dan 15.0 is het aan te bevelen niet te duiken vanwege risico op uitdroging. Ook ná de duik moet de bloedsuiker gelijk gecontroleerd worden. Daarnaast is het advies om snelle suikers paraat te hebben (bijvoorbeeld dextro of glucose-gel).
handsignaal hypoglykemie (L van Lage bloedsuiker).
Richtlijn Duiken met Diabetes
opgesteld op initiatief van de NVD (Nederlandse Vereniging voor Duikgeneeskunde)