Inloggen

De arbowet en de duikinstructeur

4 april 2014

De arbowet en de duikinstructeur

4 april 2014 / door

Ken de wet

In de Arbowet staan geen artikelen die specifiek gaan over werken onder overdruk of duikarbeid; wel is er een arbobesluit met bepalingen daarover.  Als je les geeft als sportduikinstructeur ontstaat er wel een gezagsverhouding tussen jou en je cursisten en daarover staan weer algemene regels voor gezond en veilig werken in de Arbowet.

Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)

In de Arbowet staan regels voor gezond en veilig werken, de Arbowet zelf bevat geen artikelen die specifiek gaan over overdruk of duikarbeid. Er is een uitwerking van de Arbowet naar speciale onderwerpen: het arbeidsomstandighedenbesluit (arbobesluit), hierin zijn wel specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot overdruk en duikarbeid. In dit arbobesluit, hoofdstuk 6 (fysische factoren), afdeling 5 (werken onder overdruk) zijn deze bepalingen terug te vinden.

Voorwaarden voor de duikinstructeur

De sportduikinstructeur valt in principe niet onder het arbobesluit, maar dan dient de instructeur  zich wel te houden aan een aantal voorwaarden. Zodra de instructeur niet voldoet aan één van de voorwaarden voor het geven van sportduikinstructie, gaat de uitzondering niet meer op. Dan geldt artikel 6.14a van het arbobesluit met alle uitwerkingen in lagere regelgeving volledig. Die voorwaarden zijn:

  • een Self-Contained Underwater Breathing Apparatus
  • duikdiepte van maximaal 50 meter
  • decompressietijd maximaal 20 minuten
  • maximale PO2 van 1,4 bar
  • geldige medische verklaring van maximaal één jaar oud
  • lichamelijk en geestelijk in staat te zijn gevaren te herkennen en, indien mogelijk, te voorkomen

Gezagsverhouding

De Arbowet is niet alleen van toepassing op een werkgever – werknemer relatie, maar geldt ook als er sprake is van een gezagsverhouding (bijv. tussen een instructeur en zijn leerling). Er is niet alleen sprake van een gezagsverhouding bij sportduikactiviteiten als de beroepsduiker of sportduikinstructeur hiervan zijn beroep heeft gemaakt. Dat geldt ook voor de instructeur die bijvoorbeeld  les geeft voor een duikvereniging. De Arbowet stelt dat iedereen die werk onder gezag vóór iemand doet een werknemer is en dat iedereen die werk onder gezag voor zich laat doen een werkgever is. Het maakt niet uit of het gaat om betaald werk of om vrijwilligerswerk. Dit betekent dus dat zodra een vereniging of persoon (bijvoorbeeld een sportduikinstructeur of andere beroepsduiker) opdracht geeft tot het verzorgen van een instructie en deze opdracht ook wordt uitgevoerd, er een gezagsverhouding ontstaat.

Veiligheidsvoorzieningen op de duiklocatie

De sportduikinstructeur dient te zorgen voor een deugdelijke werkinstructie met daarin aandacht voor:

  • Veiligheidsvoorzieningen en noodprocedures
  • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van bijvoorbeeld begeleider/instructeur
  • Duikprocedures
  • Inschakeling reserveduiker/reserve duikinstructeur
  • Voorzieningen en procedures voor situaties die afwijken (inclusief noodplan)
  • Richtlijnen voor decompressie

Verder moet duidelijk zijn dat de volgende zaken goed zijn geregeld:

  • Ongevalmelding en medische hulp (toegang tot een telefoon)
  • Samenstelling en gebruik van de EHBO-uitrusting, inclusief een zuurstofkoffer
  • Deugdelijk materiaal (voor een specifieke duik), in goede staat van onderhoud
  • Voldoende ademgas van goede kwaliteit

Alle betrokken partijen dragen hiervoor verantwoordelijkheid: zowel de sportduikinstructeur als de duikschool of duikvereniging zijn verplicht erop toe te zien dat de bepalingen worden nageleefd.

Risico-inventarisatie en -evaluatie

Iedereen loopt risico voor hun veiligheid en gezondheid op het werk, daarom bestaat er zoiets als een zorgplicht. In de Arbowet is bepaald dat de eindverantwoordelijke een risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) op moet stellen, die ook door de arbeidsinspectie gecontroleerd kan worden. Een duikschool en een duikvereniging moet een RI&E hebben opgesteld en deze ook up-to-date houden. Een RI&E is een inventarisatie van de arbeidsrisico’s. Hierdoor wordt duidelijk welke maatregelen nodig zijn om deze risico’s aan te pakken. De RI&E is pas compleet als er een plan van aanpak bij zit. Daarin staat:

  • Hoe de risico’s aangepakt moeten worden
  • Binnen welke termijn deze maatregelen gerealiseerd worden
  • Wie er verantwoordelijk is voor het uitvoeren van deze maatregelen

Met een RI&E geeft een werkgever blijk van verantwoordelijkheid en risicobewustzijn van de duikactiviteiten en -werkzaamheden in zijn of haar organisatie. Het is een ‘levend document’ en moet dus regelmatig worden nagezien op veranderingen en/of aanvullingen die nodig zijn. Als er bijvoorbeeld een nieuwe compressor is aangeschaft voor het vullen van de flessen met perslucht, moet opnieuw bekeken worden wat de risico’s zijn en welke eventuele andere maatregelen nodig zijn. In het plan kunnen ook zaken, die nog niet geregeld zijn maar die wel in de toekomst moeten gebeuren, worden meegenomen. Met een planning erbij is het dan ook een kwaliteitsinstrument voor het verbeteren van de veiligheid. Het is belangrijk dat de inhoud van een RI&E bekend is bij de sportduikinstructeurs en vrijwilligers.

Bron

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Arbeidsinspectie

Er is niet alleen sprake van een gezagsverhouding bij sportduikactiviteiten als de beroepsduiker of sportduikinstructeur hiervan zijn beroep heeft gemaakt. Dat geldt ook voor de instructeur die bijvoorbeeld les geeft voor een duikvereniging.

Deel dit artikel